Wandelaars die Ede voor het eerst bezoeken denken vaak dat je in het Nationaal Park De Hoge Veluwe moet zijn om wild te kunnen spotten. Dat is niet zo. Integendeel: je hebt meer kans wild te spotten buiten het park dan erin.
Je kunt wandelen naar een wildobservatiepost of gewoon zelf op een avond de natuur in gaan. Dik kans dat je een van de Big Five – edelhert, wild zwijn, ree, das en vos – tegenkomt.
Dit zijn onze 10 tips om zelf wild te spotten:
1. Ga aan het einde van de avond of in de vroege ochtend op pad. De dieren verlaten dan de rustgebieden om op zoek te gaan naar voedsel.
2. Kijk goed naar wat afwijkt in het landschap. Een verrekijker helpt om de omgeving goed te bekijken.
3. Mocht je tijdens een wandeling ineens een ree, hert of zwijn zien, loop dan rustig door. De kans is groot dat de dieren blijven staan.
4. Let op sporen van het wild. Zwijnen ploegen de bodem om op zoek naar voedsel. Herten vegen met hun gewei langs bomen en takken. Poep en pootafdrukken verraden natuurlijk ook de aanwezigheid van dieren in een gebied.
5. Als je weet waar het wild leeft, ga dan eens rustig een half uurtje op de kruising van een pad wachten. Wie weet zie je een dier het pad oversteken. Vaak groeit er ook gras langs de paden. Dat is prima voedsel voor reeën en herten.
6. Verstop je niet achter een boom, maar ga juist rustig voor de boom zitten. Draag onopvallende kleding en je valt bijna niet op.
7. Dieren kunnen heel goed ruiken. Voorkom dus dat de wind jouw geur in de neuzen van de dieren blaast, want dan zijn ze al vertrokken voordat je nog maar een glimp van ze hebt opgevangen.
8. Bezoek een van de vele wildschermen op de Veluwe. Die staan op plekken waar de dieren vaak komen. De kans is groot dat je hier wild zult zien.
9. Je kunt het hele jaar wild tegenkomen, maar de periode tot eind juli is de beste tijd om ze te spotten. De dieren hebben dan een grote behoefte aan voedsel en er is voldoende te eten voor ze. Vanaf augustus neemt de zichtbaarheid van het wild weer af.
10. Houd je aan de regels die in de natuurgebieden gelden. Blijf op de paden en ga niet wandelen in rustgebieden.
Boswachter Henk Ruseler van de Hoge Veluwe legt het in deze video uit: